De klimaatrevolutie: ICJ verklaart staten tot wettelijke klimaatbeschermers!
In 2025 bevestigde het Internationale Gerechtshof opnieuw dat staten een wettelijke verplichting hebben om klimaatactie te ondernemen.

De klimaatrevolutie: ICJ verklaart staten tot wettelijke klimaatbeschermers!
De klimaatbeleidsbeslissingen van de afgelopen maanden laten er geen twijfel over bestaan dat de druk op regeringen wereldwijd toeneemt. Op 23 juli 2025 oordeelde het Internationale Gerechtshof (ICJ) in een baanbrekend advies dat staten de plicht hebben om actief actie te ondernemen tegen de klimaatverandering. Dit besluit volgt op een uitgebreide campagne van eilandstaten in de Stille Oceaan, onder leiding van Vanuatu, en werd geïnitieerd door Resolutie 77/276 van de Algemene Vergadering van de VN van maart 2023. Ruim 100 landen en organisaties namen eraan deel, waardoor deze uitdrukking de meest alomvattende in zijn soort tot nu toe is, aangezien taylorwessing.com rapporteert.
Alle vijftien rechters van het Internationaal Gerechtshof waren het over hun belangrijkste punten eens: de strijd tegen klimaatverandering is niet louter een politieke aanbeveling, maar een wettelijke verplichting in het internationaal recht. Naast de drie bekende klimaatverdragen – UNFCCC, Kyoto Protocol en Parijs Akkoord – vormen ook andere internationale wetten het juridische raamwerk dat staten verplicht aanzienlijke milieuschade te voorkomen.
Verplichtingen en rechten
Een van de belangrijkste bevindingen van het oordeel van het ICJ is de erkenning van een nieuw mensenrecht: het recht op een schoon en gezond milieu. Dit recht is niet alleen cruciaal voor andere mensenrechten, maar benadrukt ook de doelstelling van 1,5 graad van Parijs als primaire doelstelling. Bovendien moeten staten bij hun klimaatactie een strenge zorgstandaard hanteren, rekening houdend met hun eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheden.
Dat de uitdaging niet eenvoudig is, wordt ook bevestigd door de uitspraken van nationale rechtbanken in Europa, zoals het Nederlandse Hooggerechtshof, dat opriep tot een reductie van de uitstoot met 25% tegen 2020, of de Belgische rechtbank, die een reductie van 55% tegen 2030 beval. Deze trends laten zien dat het Internationaal Gerechtshof een brede beweging steunt om de klimaatverplichtingen en de verantwoordelijkheid van bedrijven te versterken.
Humanitaire uitdagingen in de Gazastrook
Alsof de klimatologische uitdagingen nog niet genoeg waren, nam het Internationaal Gerechtshof onlangs ook een beslissing in een andere gevoelige context. Hij merkte op dat Israël als bezettingsmacht verplicht is te voorzien in de basisbehoeften van de burgerbevolking in de Gazastrook. Dit betekent dat de levering van humanitaire hulp, vooral via de UNRWA, moet worden ondersteund. Ondanks de herhaalde beschuldigingen tegen sommige werknemers heeft Israël niet bewezen dat zij banden hebben met de terroristische organisatie Hamas, zo blijkt uit verklaringen van het ICJ, zoals gerapporteerd door aljazeera.com.
De beoordeling van het Internationaal Gerechtshof dat hongersnood niet mag worden gebruikt als oorlogsmethode staat centraal in de huidige politieke discussie. Terwijl Israël humanitaire hulp gebruikt als drukmiddel tegen Hamas, wordt de situatie in de Gazastrook door de internationale gemeenschap gezien als een humanitaire catastrofe. Dit illustreert de complexiteit van de situatie, die niet alleen klimatologische, maar ook zeer actuele geopolitieke dimensies heeft.
Samenvattend hebben de huidige besluiten van het Internationaal Gerechtshof gevolgen voor zowel het klimaatbeleid als de humanitaire beginselen. De groeiende verplichtingen van staten op het gebied van klimaatbescherming kunnen ook verstrekkende gevolgen hebben voor het gebruik van fossiele brandstoffen en de verantwoordelijkheid van bedrijven. In een tijd waarin mondiale uitdagingen nauw met elkaar verbonden zijn, is het essentieel dat wij als gemeenschap oplossingen vinden die zich zowel op de mens als op de natuur richten.